Le Conseil d'État a rendu en date du 22 juillet 2003 son avis sur le projet d'arrêté royal d'exécution de cette loi. b) Lorsqu'il est débouté de sa procédure d'asile, le mineur peut: -
retourner dans son pays d'origine après que l'Office des étrangers ait vérifié qu'il y a dans ce pays, des garant
ies d'accueil et de prise en charge de manière appropriée en fonction des besoins correspondant à son âge et à son degré d'autonomie, soit par ses parents ou d'autres adultes qui s'occuperont de lui soit par des instances gouvernementales ou
...[+++]non gouvernementales et ce, conformément à l'article 5, alinéa 1er, de la Résolution du Conseil de l'Union européenne du 26 juin 1997 (97/C 221/03) concernant les mineurs non accompagnés ressortissants de pays tiers; - retourner volontairement avec l'aide de l'Organisation internationale des migrations (OIM) dans son pays d'origine ou dans le pays où il est autorisé à séjourner; - faire l'objet dans des conditions déterminées d'une décision de refoulement ou d'éloignement dans le pays d'origine, de résidence habituelle ou chaque pays où il peut être admis; - faire l'objet d'une décision de regroupement familial conformément aux articles 9 et 10 de la CIDE que ce soit en Belgique ou dans un pays tiers après que le lien familial ait été vérifié (examen des documents d'identité, test ADN,.); - obtenir une autorisation de séjour à durée illimitée en Belgique, après avoir entamé une autre procédure tel que prévue par la loi du 15 décembre 1980 précitée ou avoir bénéficié de l'application de la note de service du 1er mars 2002 relative au traitement spécifique des mineurs étrangers non accompagnés.De Raad va
n State heeft op 22 juli 2003 zijn advies uitgebracht over het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van deze wet. b) Wanneer zijn asielaanvraag wordt afgewezen kan de minderj
arige: - terugkeren naar zijn land van herkomst nadat de Dienst Vreemdelingenzaken heeft geverifieerd dat hij in dat land op passende wijze zal worden ontvangen en dat er zorg voor hem zal worden gedragen in functie van de behoeften die overeenstemmen met zijn leeftijd en zijn graad van zelfstandigheid, ofwel door zijn ouders of andere volwassen
...[+++]en die zorg voor hem zullen dragen, ofwel door overheidsinstanties of andere instanties en dit overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Resolutie van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1997 (97/C 221/03) inzake niet-begeleide minderjarige onderdanen van derde landen; - met de hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) vrijwillig terugkeren naar zijn land van herkomst of naar het land waar hij gemachtigd is tot verblijf; - het voorwerp uitmaken van een beslissing om hem terug te verwijderen onder wel bepaalde voorwaarden, naar zijn land van herkomst, het land waar hij gewoonlijk verblijft of het land waarvan hij de nationaliteit bezit of elk land waar hij kan worden toegelaten; - het voorwerp uitmaken van een beslissing over gezinshereniging overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van het IVRK, of dit nu in België of in een derde land is, nadat de familieband werd geverifieerd (onderzoek van de identiteitsdocumenten, DNA-test, .); - de machtiging tot verblijf voor onbepaalde duur in België verkrijgen na het aanspannen van een andere procedure zoals bepaald door de eerder genoemde wet van 15 december 1980 of na te hebben genoten van de toepassing van de dienstnota van 1 maart 2002 betreffende de specifieke behandeling van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.