4. Les États membres notifient immédiatement à la Commission ainsi qu'à tous les autres États membres les zones ou agglomérations dans lesquelles ils estiment que les paragraphes 1, 2 ou 2 bis sont applicables, et transmettent les plans ou programmes ainsi que le programme de lutte contre la pollution atmosphérique visés au paragraphe 1, avec tous les renseignements nécessaires à la Commission pour évaluer si les conditions pertinentes sont remplies.
4. Wanneer lid 1, lid 2 of lid 2 bis volgens een lidstaat van toepassing is, stelt hij de Commissie en alle andere lidstaten daarvan onverwijld in kennis en deelt hij het in lid 1 bedoelde plan of programma en programma ter bestrijding van de luchtverontreiniging mede, met inbegrip van alle relevante gegevens die de Commissie nodig heeft om te beoordelen of aan de desbetreffende voorwaarden is voldaan.