Cette notion s’exprime de diverses manières: que ce soit dans le contexte de ce que nous appelons «diplomatie culturelle» et qui fait de la culture un instrument de politique étrangère, ou dans le cadre de notre débat actuel sur la création d’un label du patrimoine européen destiné, selon les termes de la rapporteure, à «conforter la confiance des Européens» en l’Union européenne et en ses dirigeants, et à «combler le fossé entre l’Union européenne et ses citoyens».
Dit idee krijgt op verschillende manieren gestalte: of het nu gaat om de zogenaamde culturele diplomatie, waarin cultuur wordt gezien als een instrument voor het buitenlands beleid, of om de oprichting van een Europees erfgoedlabel – waarover nu gediscussieerd wordt – waarbij, in de woorden van de rapporteur, ernaar gestreefd wordt om het vertrouwen van de Europeanen in de Europese Unie en haar leiders te vergroten en de kloof tussen de Europese Unie en haar burgers te dichten.