78. se demande à nouveau si le système actuel de corrections financières suffit à encourager les États membres à lutter contre les fraudes et les irrégularités; invite à nouveau la Commission à proposer une simplification de la procédure d'infraction, qui permette d'infliger à l'État membre concerné le paiement d'une somme forfaitaire ou d'une astreinte, à la suite d'un arrêt rendu par la Cour de justice, si la Commission estime que l'État membre concerné a manqué à une obligation lui incombant en vertu du traité (article 228);
78. betwijfelt of het huidige financiële-correctiesysteem voldoende is om de lidstaten aan te moedigen fraude en onregelmatigheden te bestrijden; verzoekt de Commissie andermaal te komen met een voorstel voor een vereenvoudigde inbreukprocedure, waarbij een lidstaat, na een veroordeling door het Hof van Justitie, één totaalbedrag of boete kan betalen als de Commissie van mening is dat de betrokken lidstaat een op hem rustende verplichting krachtens het Verdrag niet is nagekomen (art. 228);