10. Lorsqu'ils appliquent le paragraphe 6, le paragraphe 7, point a et b), et le paragraphe 9, les États membres peuvent soit attribuer de nouveaux droits soit augmenter la valeur unitaire de tous les droits existants d'un agriculteur, jusqu'à la valeur moyenne nationale ou régionale.
10. Bij de toepassing van lid 6, lid 7, onder a) en b), en lid 9 kunnen de lidstaten nieuwe betalingsrechten toewijzen of de waarde per eenheid van alle bestaande betalingsrechten van een landbouwer, verhogen tot de waarde van het nationale of regionale gemiddelde.