5. invite les États membres à mettre en place des politiques adéquates pour développer de nouveaux gisements d'emplois comme les services aux personnes et aux entreprises, l'économie sociale, l'aménagement du territoire et la gestion urbaine, la protection de l'environnement et les nouveaux métiers industriels ainsi que les métiers traditionnels, notamment dans le secteur de l'artisanat;
5. vraagt de lidstaten adequate maatregelen te nemen om nieuwe bronnen van werkgelegenheid aan te boren in de dienstverlening aan personen en aan ondernemingen, in de sociale economie, de ruimtelijke ordening en stadsbeheer, de milieubescherming en in nieuwe industriële beroepen, alsook in traditionele beroepen met name in de ambachtelijke sector;