11. demande au SEAE et à la Commission de continuer à encourager toute réforme politique, en tenant compte des besoins et du niveau de développement économique et social de chaque pays partenaire, da
ns le cadre de leur nouvelle approche «donnant-donnant», fondée sur les performances; leur demande de proposer une méthodologie claire et adéquate et des critères de référence détaillés pour évaluer les antécédents des pays de la PEV en matière de respect et de promotion de la démocratie et des droits de l'homme (notamment la liberté d'expression, de conscience, de religion, d'association et des médias) et de présenter r
...[+++]égulièrement des rapports suffisamment détaillés, sur lesquels devrait reposer l'attribution de crédits dans le cadre de la nouvelle approche «donnant-donnant» fondée sur les performances; demande que ces évaluations soient intégrées dans les rapports d'avancement de la PEV et soient présentées chaque année à sa commission des affaires étrangères; insiste sur la nécessité d'inclure systématiquement les organisations de la société civile à tous les stades du processus de révision; estime que cette approche fondée sur les performances signifie aussi «moins pour moins» et appelle de nouveau à une mise en œuvre réelle de la clause sur les droits de l'homme et la démocratie figurant dans les accords conclus par l'UE avec des pays tiers; 11. roept de EDEO en de Commissie op om alle politieke hervormingen te blijven stimuleren, rekening houdend met de behoeften en het economische en sociale ontwikkelingspeil van elk partnerland, op grond van een op prestaties gebaseerde methode van „meer voor meer”; roept de EDEO en de Commissie op om te zorgen voor een heldere en passende methodiek en gedetailleerde benchmarks om de staat van dienst van de ENB-landen met betrekking tot respect voor en het bevorderen van democratie en mensenrechten (waaronder met name begrepen de vrijheid van geweten en godsdienst, de vrijheid van vereniging en mediavrijheid) te meten, en om periodiek voldoende gedetailleerd
...[+++]e verslagen op te stellen, die de basis moeten vormen van het toekennen van fondsen op grond van een op prestaties gebaseerde methode van „meer voor meer”; vraagt of deze beoordelingen kunnen worden opgenomen in de voortgangsverslagen over het ENB en jaarlijks kunnen worden voorgelegd aan de Commissie buitenlandse zaken; hecht zeer aan het belang om bij alle fasen van het beoordelingsproces stelselmatig organisaties uit het maatschappelijk middenveld te betrekken; is van mening dat deze op prestaties gebaseerde benadering ook „minder voor minder” betekent en herhaalt zijn oproep voor doeltreffende tenuitvoerlegging van de clausule over mensenrechten en democratie in EU-overeenkomsten met derde landen;