M. Nouwynck relève que le projet supprime également les règles selon lesquelles d'une part le changement de résidence « entraîne le dessaisissement du tribunal au profit du tribunal de la jeunesse de l'arrondissement où est située la nouvelle résidence » et, d'autre part, le fait que « le tribunal reste cependant compétent pour statuer en cas de changement de résidence survenant en cours d'instance » (article 44, alinéa 7 de la loi sur la protection de la jeunesse).
De heer Nouwynck wijst erop dat het ontwerp ook de volgende regels opheft : de verandering van verblijfplaats « brengt mede dat de zaak wordt onttrokken aan deze rechtbank en verwezen naar de jeugdrechtbank van het arrondissement waar de nieuwe verblijfplaats gelegen is » en anderzijds : « De rechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, blijft echter bevoegd om uitspraak te doen in geval van verandering van verblijfplaats tijdens het geding» (artikel 44, zevende lid, jeugdbeschermingswet).