5. Aux fins des paragraphes 1, 2, 3 et 4 du présent article, l'Etat Partie qui détient des matières ou engins radioactifs ou des installations nucléaires peut demander l'assistance et la coopération d'autres Etats Parties, et en particulier des Etats Parties concernés, et des organisations internationales compétentes, en particulier l'Agence internationale de l'énergie atomique.
5. Voor het eerste, tweede, derde en vierde lid van dit artikel kan de staat die partij is en die radioactieve materialen of instrumenten of nucleaire installaties bezit, verzoeken om bijstand en samenwerking van andere staten die partij zijn, in het bijzonder van de betrokken staten die partij zijn, en van de bevoegde internationale organisaties, in het bijzonder van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.