La Cour a jugé que toute utilisation d'armes nucléaires doit en tout cas, même en situation extrême de légitime défense lorsque la survie d'un État est en jeu, respecter les règles du droit international en vigueur telles qu'elles figurent dans le droit de la guerre et le droit humanitaire (notamment distinction entre civils et combattants, respect du principe de neutralité, et c.).
Het Hof oordeelde dat ieder gebruik van kernwapens in alle gevallen, ook ingeval van extreme zelfverdediging wanneer het voortbestaan van de natie op het spel staat, moet beantwoorden aan de geldende internationale rechtsregels, zoals vervat in het oorlogsrecht en het humanitair recht (onder andere onderscheid maken tussen burgers en combattanten, het neutraliteitsprincipe eerbiedigen, enz.).