Art. 19. Le ministre peut réduire la hauteur de la prime de nuisances A et B, visée à l'article 5, alinéa premier, et à l'article 6, alinéa premier, du décret du 15 juillet 2016 et la périodicité de la prime de nuisances A et B, visée aux articles 16 à 18 inclus, sur la base des crédits budgétaires disponibles.
Art. 19. De minister kan de hoogte van de hinderpremie A en B, vermeld in artikel 5, eerste lid, en artikel 6, eerste lid, van het decreet van 15 juli 2016, en de frequentie van hinderpremie A en B, vermeld in artikel 16 tot en met 18, verlagen op basis van de beschikbare begrotingskredieten.