Les États membres veillent à ce que le cadre national exige de toutes les parties qu’elles prennent, pour leur personnel, des dispositions en matière de formation et entreprennent des activités de recherche et de développement pour couvrir les besoins du programme national pour la gestion du combustible usé et des déchets radioactifs, en vue d’acquérir, de maintenir et de développer davantage les compétences et qualifications nécessaires.
De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader alle partijen ertoe verplicht te voorzien in regelingen voor opleiding en training van hun personeel, alsmede voor onderzoek en ontwikkeling van activiteiten om te voldoen aan het nationale programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, teneinde de nodige deskundigheid en bekwaamheid te verwerven, in stand te houden en verder te ontwikkelen.