3. Si, au cours de ces inspections et à la lumière des critères visés à l'article 3, des informations s'avèrent nécessaires, l'État membre où le service est fourni et l'État membre d'établissement doivent agir conformément aux règles de coopération administrative — autrement dit, les autorités compétentes collaborent conformément règles et principes établis aux articles 6 et 7.
3. Als er tijdens de inspecties of in het licht van de criteria van artikel 3 behoefte is aan informatie, handelen de lidstaat waar de dienst wordt verricht, en de lidstaat van vestiging overeenkomstig de regels inzake administratieve samenwerking, d.w.z. dat de bevoegde instanties overeenkomstig de regels en beginselen van de artikelen 6 en 7 samenwerken.