Les ouvriers ont la possibilité, conformément à l'article 26bis, § 2bis de la loi sur le travail du 16 mars 1971, d'opter pour le paiement des heures supplémentaires prestées dans le cadre d'un surcroît extraordinaire de travail (article 25 de la loi de travail du 16 mars 1971) ou de travaux commandés par une nécessité imprévue (article 26, § 1, 3° de la même loi), et ceci pour un maximum de 143 heures par an.
De werklieden hebben overeenkomstig artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 de mogelijkheid te opteren voor de uitbetaling van overuren die zijn gepresteerd in het raam van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971) of van werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van dezelfde wet), en dit voor maximum 143 uren per jaar.