Les candidats d'expression française doivent être titulaires de l'un des diplômes suivants : licencié en traduction, licencié en interprétation, licencié en linguistique, licencié en langues et littératures, sanctionnant des études portant sur la connaissance de la langue néerlandaise et allemande ou anglaise, délivré par un établissement universitaire ou supérieur de type long créé, subventionné ou reconnu par la Communauté française.
De Nederlandstalige kandidaten moeten houder zijn van één van de volgende diploma's : licentiaat vertaler, licentiaat tolk, licentiaat in de taal- en letterkunde, behaald na het voltooien van studies over de kennis van de Franse taal en de Duitse of Engelse taal, afgeleverd door een universitaire instelling of door een instelling voor hoger onderwijs van het lange type die is opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Vlaamse Gemeenschap.