Le ministre a déjà répondu de manière circonstanciée, lors de la discussion générale, aux objections formulées dans la justification de l'amendement et il réaffirme une fois encore qu'il n'est absolument pas question d'un « droit d'injonction négatif » du ministre de la Justice, contrairement à ce que les auteurs de l'amendement soutiennent à tort.
De minister heeft reeds tijdens de algemene bespreking uitvoerig geantwoord op de bezwaren die in de verantwoording bij het amendement naar voor worden gebracht en herhaalt dat helemaal geen sprake is van een « negatief injunctierecht » in hoofde van de minister van Justitie, zoals de indieners van het amendement ten onrechte poneren.