61. déplore l'absence généralisée d'obligation de rendre des comptes pour les violations des droits de l'homme commises par les deux parties pendant la guerre civile malgré l'adoption, en mai 2014, de la loi sur la vérité, la réconciliation et les disparitions; invite instamm
ent le gouvernement népalais à adhérer à la convention internationale pour la protection de toutes les personnes contre les disparitions forcées; condamne les restrictions aux libertés fondamentales des réfugiés tibétains; demande instamment à l'Inde de lever son embargo officieux sur l'économie népalaise qui, associé au tremblement de terre dévastateur d'avril 20
...[+++]15, est en train de provoquer une crise humanitaire et de précipiter près d'un million de Népalais supplémentaires dans une situation de pauvreté inextricable; 61. betreurt het feit dat voor de mensenrechtenschendingen die tijdens de burgeroorlog werden begaan door beide partijen amper personen ter verantwoording zijn geroepen, ondanks de in mei 2014 aangenomen wet inzake waarheid, verzoening en verdwijningen; dringt er bij de
regering van Nepal op aan toe te treden tot het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning; veroordeelt de beperkingen die aan de fundamentele vrijheden van Tibetaanse vluchtelingen worden gesteld; dringt er bij India op aan de niet-officiële blokkade van de Nepalese economie op te heffen die in combinatie met de verwoest
...[+++]ende aardbeving van april 2015 tot een humanitaire crisis heeft geleid en nog eens bijna één miljoen Nepalezen in een armoedeval heeft gedreven;