Art. 31. Dans les quarante-huit heures de la réception des pièces mentionnées aux articles 1, 2 et 3 de l'arrêté royal n° 62 du 13 janvier 1935, le secrétaire invite, par lettre recommandée, le groupement requérant à présenter, dans un délai de huit jours francs, en cinq exemplaires, un mémoire répondant au mémoire de l'opposant.
Art. 31. Binnen de achtenveertig uren te rekenen vanaf de ontvangst van de stukken vermeld in de artikelen 1, 2 en 3, van het van koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935, nodigt de secretaris de verzoekende groepering, bij aangetekend schrijven uit om binnen een termijn van acht vrije dagen een memorie van antwoord op de memorie van verzet, in vijf exemplaren, aan te bieden.