Dans son deuxième moyen, la partie requérante fait valoir que le Tribunal a fait une mauvaise interprétation de l’article 4, paragraphe 2, dernier membre de phrase, du règlement sur la transparence en concluant que l’appréciation de la Commission selon laquelle aucun intérêt public supérieur ne justifiait la divulgation des documents au titre de ladite disposition n’est entachée d’aucune erreur.
Met het tweede middel wordt gesteld dat het Gerecht artikel 4, lid 2, tweede alinea, van de transparantieverordening onjuist heeft uitgelegd door vast te stellen dat het oordeel van de Commissie dat er geen sprake was van een hoger openbaar belang als bedoeld in artikel 4, lid 2, in fine, van de transparantieverordening, geen gebreken vertoont.