En cas d'extrême urgence, et lorsque tout retard apporté à la décision est de nature à compromettre gravement, les intérêts visés aux articles 7, 1º (et 11, § 1 , 1º) de la loi organique, le ministre concerné peut autoriser la mesure de surveillance sans avis conforme préalable de la commission pour une durée ne pouvant excéder les quarante-huit heures.
In geval van uiterste hoogdringendheid en wanneer elke vertraging die de beslissing oploopt de belangen bedoeld in de artikelen 7, 1º (en 11 § 1, 1º) van de organieke wet ernstig in het gedrang kan brengen, kan de bevoegde minister een machtiging tot een bewakingsmaatregel verlenen zonder voorafgaand eensluidend advies van de commissie voor een duur die de achtenveertig uur niet overschrijdt.