rappelle sa résolution du 5 février 2014 et sa résolution du 26 novembre 2014 et du 14 octobre 2015 , qui réc
lament notamment un objectif d'efficacité énergétique de 40 % à l'horizon 2030; estime qu’un objectif global contraignant assorti d'objectifs nationaux individuels pour 2030 permettrait d’accroître l’indépendance de l’Union vis-à-vis des importations d’énergie, de promouvoir l’innovation et de contribuer au maintien de son avance technologique d
ans le domaine de l’efficacité énergétique; estime également qu'il est essentiel d
...[+++]'établir des exigences contraignantes pour obtenir un maximum d’ambition et d’efforts de la part des États membres et permettre une flexibilité suffisante afin que la combinaison d’outils et d'instruments soit adaptée au niveau national.herinnert aan zijn bovengenoemde resolutie van 5 februari 2014 en aan zijn resoluties van 26 november 2014 e
n 14 oktober 2015 , waarin het Parlement o.a. heeft gevraagd om een energie-efficiëntiedoelstelling van 40 % voor 2030; is van mening dat een bindend globaal streefcijfer met afzonderlijke nationale streefcijfers voor 2030 de EU onafhankelijker zal maken van energie-import, de innovatie zal stimuleren en haar technologische leiderschap op het gebied van energie-efficiëntie zal helpen waarborgen; is ook van mening dat bindende verplichtingen van vitaal belang zijn om een maximale mate van ambitie en inspanning in de lidstaten te b
...[+++]ereiken en om voldoende flexibiliteit te bieden voor de mix van instrumenten die op nationaal niveau moet worden samengesteld.