Elle fixe des objectifs nationaux contraignants pour tous les pays de l’UE avec l’ambition générale d’atteindre, à l’horizon 2020, une part de 20 % de l’énergie provenant de sources renouvelables dans l’énergie de l’UE et une part de 10 % de ce type d’énergie dans les transports (calculées en termes de consommation finale brute d’énergie, à savoir la consommation finale d’énergie provenant de toutes les sources, y compris de sources renouvelables).
Er worden voor alle EU-landen bindende nationale doelen bepaald die ervoor moeten zorgen dat hernieuwbare energiebronnen voor 2020 20 % van de EU-energie en 10 % specifiek voor de vervoerssector uitmaken (beide gemeten op basis van het bruto-eindverbruik van energie, d.w.z. de totale hoeveelheid energie die wordt verbruikt door alle energiebronnen, waaronder hernieuwbare energiebronnen).