4. Si, sur la base des informations scientifiques et techniques disponibles, le comité défini à l'article 29 a des raisons de croire que l'utilisation de l'aliment pour animaux en question pourrait ne pas répondre à l'objectif nutritionnel particulier auquel il est destiné ou pourrait avoir des effets négatifs sur la santé animale, la santé humaine, l'environnement et le bien-être des animaux, il transmet, conformément à la procédure visée à l'article 29, paragraphe 3, une demande d'évaluation et le dossier à l'Autorité européenne de sécurité des aliments («l'Autorité») dans un délai de trois mois.
4. 4. Indien het in artikel 29 genoemde comité op grond van de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens redenen heeft om te veronderstellen dat het gebruik van het specifieke voeder wellicht niet aan het bijzondere beoogde voedingsdoel voldoet of een negatieve uitwerking heeft op de gezondheid van dieren en mensen, het milieu en dierenwelzijn, dient de Commissie overeenkomstig de in artikel 29, lid 3, genoemde regelgevingsprocedure binnen drie maanden een verzoek om een beoordeling, vergezeld van het dossier, in bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna “de Autoriteit” genoemd).