Les politiques de l'emploi des États membres doivent avoir pour objectifs d'attirer davantage de personnes sur le marché de l'emploi (notamment par des réformes socio-fiscales en vue d'éliminer les pièges chômage/emploi, par une meilleure application des politiques actives du marché du travail et des stratégies de vieillissement actif) et d'améliorer la capacité d'adaptation des travailleurs et des entreprises, notamment par des évolutions salariales conformes à la croissance de la productivité et par une augmentation des investissements dans le capital humain.
Het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten dient erop gericht te zijn de arbeidsmarkt voor meer mensen aantrekkelijk te maken (met name door de hervorming van belastingen en uitkeringen teneinde de werkloosheids- en armoedeval weg te nemen, een verbeterde toepassing van een actief arbeidsmarktbeleid en strategieën voor actief ouder worden); verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, met name door een loonontwikkeling die gelijke tred houdt met de groei van de productiviteit en hogere investeringen in menselijk kapitaal.