Art. 61. Lorsque le médecin attaché au centre formule des objections médicales quant à l'éloignement d'un occupant ou est d'avis que la santé mentale ou physique de l'occupant est sérieusement compromise par le maintien de la détention, de la mise à la disposition du Gouvernement ou du maintien, ou par quelque circonstance qui y soit liée, ces objections ou cet avis sont soumis par la voie hiérarchique par le directeur du centre au Directeur général qui peut suspendre l'exécution de la mesure d'éloignement ou de la mesure privative de liberté.
Art. 61. Indien de geneesheer verbonden aan het centrum medische bezwaren formuleert met betrekking tot de verwijdering van een bewoner of van oordeel is dat de geestelijke of lichamelijke gezondheid van de bewoner ernstig geschaad wordt door het voortzetten van de opsluiting, de terbeschikkingstelling van de regering of de vasthouding of door enige daarmee verband houdende omstandigheid, legt de centrumdirecteur deze bezwaren of dit advies, via hiërarchische weg, voor aan de Directeur-generaal, die de uitvoering van de verwijderingsmaatregel of de maatregel van vrijheidsberoving kan schorsen.