La délivrance des preuves du niveau linguistique du néerlandais, visée à l'article 17, deuxième alinéa, 6°, implique les tâches suivantes : 1° tester la connaissance du néerlandais pour allophones de façon autorisée, objective, neutre et accessible à tous ; 2° délivrance de preuves du niveau linguistique du néerlandais à l'aide des niveaux de connaissance linguistique fixés par le Cadre européen commun de référence pour les Langues.
Het uitreiken van bewijzen van taalniveau Nederlands, vermeld in artikel 17, tweede lid, 6°, omvat de volgende taken: 1° testen van de kennis van het Nederlands van anderstaligen op een deskundige, objectieve, neutrale en laagdrempelige wijze; 2° uitreiken van bewijzen van taalniveau Nederlands aan de hand van de niveaus van taalkennis, vastgelegd in het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen.