(2 bis) «biens»: tout objet mobilier corporel et tout objet incorporel pouvant être utilisé d'une manière assimilable à la possession physique, à l'exception des biens vendus sur saisie ou de quelque autre manière par autorité de justice.
(2 bis) „goederen”: alle roerende lichamelijke zaken, en alle onlichamelijke zaken die kunnen worden gebruikt op een manier die kan worden gelijkgesteld fysiek bezit, met uitzondering van goederen die executoriaal of anderszins gerechtelijk worden verkocht.