Le droit de chaque État à mettre au point, fabriquer, acquérir, conserver, transférer et utiliser des produits chimiques toxiques et leurs précurseurs à des fins autorisées est équilibré par l'obligation des États de recevoir des inspections afin de donner l'assurance que leurs activités sont conformes aux obligations contractées en vertu de la Convention.
Het recht van elke Staat om giftige chemische stoffen en hun voorlopers te ontwikkelen, te produceren, anderszins te verwerven, in bezit te houden, over te dragen en te gebruiken voor niet verboden doeleinden, wordt mogelijk gemaakt door de verplichting van de Staten om inspecties te gedogen teneinde zekerheid te verschaffen dat de betreffende activiteiten conform de door het Verdrag bepaalde verplichtingen gebeuren.