les animaux d'élevage bénéficient d'un accès permanent à des espaces de plein air, de préférence des pâturages, à chaque fois que les conditions climatiques et l'état du sol le permettent, à moins que des restrictions et des obligations liées à la protection de la santé humaine ou animale ne soient imposées par la législation communautaire; la Commission et les États membres veillent à ce que de telles restrictions et obligations n'entraînent pas des souffrances pour les animaux ou une perte de marchés pour les produits biologiques ;
iii) de dieren moeten permanent toegang hebben tot gebieden in de open lucht , bij voorkeur weidegrond, wanneer de weersomstandigheden en de staat van de grond dit mogelijk maken, tenzij beperkingen en verplichtingen in verband met de bescherming van de gezondheid van mens en dier zijn opgelegd door wetgeving van de Gemeenschap; de Commissie en de lidstaten waarborgen dat dergelijke beperkingen en verplichtingen niet leiden tot dierenleed of tot verlies van markten voor biologische producten ;