20. fait observer que le règlement financier dispose que la subvention «ne peut financer l'intégralité des dépenses de fonctionnement de l'organisme bénéficiaire»; observe que le respect de cette règle est particulièrement difficile pour les fondations et conduit à des techniques comptables d'évitement (par exemple des «contributions en nature»); souligne que quasiment aucun des régimes de financement des États membres n'exige d'autofinancement partiel, car les petits partis ou ceux de création récente peuvent s'en trouver pénalisés;
20. wijst erop dat het Financieel Reglement bepaalt dat subsidies „niet [mogen] dienen tot volledige financiering van de huishoudelijke uitgaven van de begunstigde organisatie”; stelt vast dat het vooral voor stichtingen moeilijk is om aan deze regel te voldoen en dat dit leidt tot ontwijkende boekhoudingtechnieken (bijvoorbeeld „bijdragen in natura”); wijst erop dat bijna geen enkele lidstaat een financieringsregeling heeft waarin gedeeltelijke financiering uit eigen middelen vereist is, aangezien dit kleinere of net opgerichte partijen kan benadelen;