... par
l'arrêté royal du 5 octobre 1978 devrait, quant à lui, se soumettre aux obligations prescrites par l'article 30bis, §§ 3 et 4, de la loi du 27 juin 1969 et subir les sanctions y visées en cas de non-respect de ces obligations dans l'hypothèse rencontrée par l'article 30bis de la loi du 27 juin 1969 (prestataire de services établi en Belgique n'étant pas ou plus enregistré au moment de la conclusion du contrat ou ayant perdu son enregistrement au moment du paiement) sans pouvoir revendiquer à son profit le bénéfice de l'autorité de chose jugée absolue de l'arrêt en manquement prononcé le 9 novembre 2006 par la Cour de justice (app
...[+++]licable par identité de motifs, sous réserve de la dérogation prévue par l'article 30bis, § 4, alinéa 4, de la loi du 27 juin 1969, au volet social de la législation belge imposant ' l'obligation de retenue ' et la ' responsabilité solidaire ') et, partant, sans pouvoir s'exonérer ni de la responsabilité solidaire au paiement des cotisations, majorations et intérêts limitée à 50 % du prix total des travaux non compris la TVA ni de l'obligation de retenue (sous réserve, toutefois, du régime dérogatoire institué de manière restrictive par l'article 30bis, § 4, alinéa 4, de la loi du 27 juin 1969) et ce, faute d'élément d'extranéité susceptible d'imposer le respect du principe de la libre circulation des prestataires de services au sein de l'Union européenne consacré par les articles 49 et 50 CE et d'écarter les dispositions de l'article 30bis, §§ 3 et 4, de la loi du 27 juin 1969 jugées contraires au droit européen ? ......regeling bepaald in artikel 30bis, § 4, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969), terwijl de in België gevestigde opdrachtgever die een beroep doet op een in België gevestigde dienstverrichter om de werken uit te voeren bedoeld in het konin
klijk besluit van 5 oktober 1978 zich zijnerzijds zou dienen te onderwerpen aan de verplichtingen voorgeschreven bij artikel 30bis, §§ 3 en 4, van de wet van 27 juni 1969 en de daarin bedoelde sancties zou moeten ondergaan bij niet-naleving van die verplichtingen in het geval bedoeld in artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 (in België gevestigde dienstverrichter die niet of
...[+++]niet langer geregistreerd is op het ogenblik waarop het contract wordt afgesloten of die zijn registratie is verloren op het ogenblik van de betaling), zonder te zijnen bate het voordeel te kunnen opeisen van het absolute gezag van gewijsde van het op 9 november 2006 door het Hof van Justitie uitgesproken arrest inzake niet-nakoming (dat, wegens identieke motieven, van toepassing is, onder voorbehoud van de afwijking bepaald in artikel 30bis, § 4, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969, op het sociale deel van de Belgische wetgeving die de ' inhoudingsplicht ' en de ' hoofdelijke aansprakelijkheid ' oplegt) en bijgevolg zonder te kunnen worden vrijgesteld van de hoofdelijke aansprakelijkheid tot betaling van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlintresten beperkt tot 50 pct. van de totale prijs van het werk, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, noch van de inhoudingsplicht (onder voorbehoud evenwel van de afwijkingsregeling die op restrictieve wijze is ingevoerd bij artikel 30bis, § 4, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969), en zulks bij gebrek aan het vreemdelingschap waarbij de inachtneming van het in de artikelen 49 en 50 van het EG-Verdrag verankerde beginsel van het vrije verkeer van dienstverrichters binnen de Europese Unie kan worden opgelegd en de bepalingen van artikel 30bis, §§ 3 en 4, van de wet van 27 juni 1969 die strijdig worden geacht met het Europees recht kunnen worden geweerd ? ...