Art. 24. § 1. En exécution de l'article 6, alinéa deux, 1°, du décret et après avis de la commission d'évaluation, le ministre peut octroyer aux musées agréés, une subvention en faveur de projets et ce, pour les activités muséales qui s'inscrivent dans les priorités politiques dans lesquelles le ministre détermine chaque année, au plus tard le 1 avril, les thèmes, les pourcentages maximaux des subventions pour les dépenses estimées et les conditions de demande et d'octroi de cette subvention en faveur de projets.
Art. 24. § 1. Aan erkende musea kan de minister, ter uitvoering van artikel 6, tweede lid, 1°, van het decreet, na advies van de beoordelingscommissie, een projectsubsidie toekennen voor museale activiteiten die aansluiten bij de beleidsaccenten waarbij de minister, uiterlijk op 1 december van het voorgaande jaar, de thema's, de daaraan verbonden maximale subsidiepercentages van de geraamde uitgaven en de voorwaarden voor de aanvraag en de toekenning van deze projectsubsidie bepaalt.