7° la société qui revendique le maintien de l'exonération remet un document par lequel le contrôle dont dépend le producteur de l'oeuvre audiovisuelle belge agréée atteste le respect des conditions de dépenses en Belgique conformément au § 1, 3° et 4°, aux fins prévues par la convention-cadre de production d'une oeuvre audiovisuelle, ainsi que des conditions et plafonds prévus au 4° et au 5° du présent paragraphe, au plus tard dans les deux ans de la conclusion de ladite convention-cadre;
7° de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling uiterlijk binnen twee jaar na de afsluiting van de raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk een document overlegt waarin de controle waarvan de binnenlandse vennootschap voor de productie van een erkend Belgisch audiovisueel werk afhangt, verklaart dat de voorwaarden inzake de kosten in België overeenkomstig § 1, 3° en 4°, voor de doeleinden voorzien in voornoemde raamovereenkomst, alsmede de voorwaarden en grenzen bepaald in 4° en 5° van deze paragraaf zijn nageleefd;