La Cour constate qu'il existe entre les entreprises pharmaceutiques d'une part et, de l'autre, les catégories qui leur sont comparées, celles en particulier des pharmaciens tenant une officine, des médecins autorisés à tenir un dépôt de médicaments et des grossistes répartiteurs, des différences objectives qui justifient qu'elles puissent être traitées différemment.
Het Hof stelt vast dat er tussen de farmaceutische bedrijven, enerzijds, en de categorieën waarmee ze worden vergeleken, anderzijds, inzonderheid die van de apothekers met een officina, van de geneesheren die een vergunning hebben om een geneesmiddelendepot te houden, en van de groothandelverdelers, objectieve verschillen bestaan die verantwoorden dat zij verschillend kunnen worden behandeld.