Vertaling van "olusegun obasanjo était devenu chef " (Frans → Nederlands) :

Olusegun Obasanjo était devenu chef de l'État en 1976, à la suite de l'assassinat du général Murtala Muhammed; en 1979, il avait mis en oeuvre un programme, élaboré par son prédécesseur, et visant à céder le pouvoir à un gouvernement civil élu.
Olusegun Obasanjo was staatshoofd geworden in 1976 na de moord op generaal Murtala Muhammed en in 1979 had hij een nog door zijn voorganger opgesteld programma uitgevoerd dat tot doel had de macht af te staan aan een gekozen burgerregering.

En décembre 1995 par exemple, quatre militants en faveur de la démocratie ont été arrêtés et inculpés de sédition et de réunion illégale après avoir tenté d'organiser un rassemblement à Abéokuta. Ce rassemblement avait pour but de dénoncer l'emprisonnement des opposants du gouvernement, notamment de Chief Moshood Abiola, de l'ancien chef de l'État Olusegun Obasanjo et de Beko Ransome-Kuti, président du mouvement Campagne pour la démocratie et membre fondateur du Comité nigérian de défense des droits de l'homme.
In december 1995 bijvoorbeeld werden vier militanten voor de democratie gearresteerd en van opruing en onwettige bijeenkomst beschuldigd nadat zij hadden geprobeerd in Abéokuta een bijeenkomst te organiseren; deze bijeenkomst had tot doel de gevangenhouding aan te klagen van opponenten van de regering, met name Chief Moshood Abiola, het vroegere staatshoofd Olusegun Obasanjo en beko Ransome-Kuti, voorzitter van de beweging Campagne voor de Democratie en stichtend lid van het Nigeriaans Comité voor de verdediging van de rechten van de mens.

Cette qualité doit exister : a) dans le chef de la victime, au moment de la décision d'octroi de la pension ou à celui du décès si elle est décédée avant reconnaissance de ses droits; il faut cependant qu'elle ait eu cette qualité au moment du fait dommageable ou qu'elle ait introduit une demande de naturalisation avant le 10 mai 1940 ou qu'elle réalise les conditions suivantes : n'avoir pas accompli sa vingt-deuxième année au 10 mai 1940, être devenue Belge avant le 1 janvier 1960 et avoir eu sa résidence habituelle en Belgique sans interruption depuis le 1 janvier 1931 ou depuis sa naissance, si la victime n'était pas encore née à cette date; [...] ».
Deze hoedanigheid dient te bestaan : a) in hoofde van het slachtoffer op het ogenblik van de beslissing tot toekenning van het pensioen of van het overlijden indien het slachtoffer vóór de erkenning van zijn rechten overleden is; het moet nochtans die hoedanigheid bezitten op het ogenblik van het schade1ijk feit of een naturalisatieaanvraag hebben ingediend vóór 10 mei 1940 of aan de volgende vereisten voldoen : geen volle tweeëntwintig jaar zijn op 10 mei 1940, Belg geworden zijn vóór 1 januari 1960 en zonder onderbreking zijn gewone verblijfplaats in België hebben gehad sedert 1 januari 1931 of sedert zijn geboorte, wanneer het slachtoffer op die datum nog niet geboren was; [...] ».

B. considérant que, le dimanche 16 novembre 2008, l'ancien président nigérian, M. Olusegun Obasanjo, émissaire de l'ONU, a rencontré le chef rebelle Laurent Nkunda et est arrivé à un accord avec ce dernier pour la mise en place d'un comité tripartite chargé de faire respecter un cessez-le-feu entre l'armée et les rebelles, et considérant qu'il existe un besoin urgent de soutien de la part des puissances partenaires des États concernés, en vue d' assurer une solution,
B. overwegende dat de voormalige Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo als VN-gezant op zondag 16 november 2008 met rebellenleider Laurent Nkunda een overeenkomst heeft weten te sluiten over de samenstelling van een tripartiet comité dat moet waken over de naleving van een staakt-het-vuren tussen het leger en de rebellen; overwegende dat er dringend de steun nodig is van de partnermogendheden van de betrokken landen om te zorgen voor een oplossing,

B. considérant la mission menée le dimanche 16 novembre par l'ancien président nigérian Olusegun Obasanjo, émissaire de l'ONU, qui est parvenu à un accord avec le chef rebelle Laurent Nkunda pour la mise en place d'un comité tripartite afin de faire respecter un cessez-le-feu armée/rebelles et qui a, d'urgence, besoin de l'appui des puissances partenaires des États concernés pour imposer une solution,
B. overwegende dat de vroegere Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo als VN-gezant op zondag 16 november met rebellenleider Laurent Nkunda een overeenkomst heeft weten te sluiten over de samenstelling van een tripartiet comité dat moet waken over de naleving van een staakt-het-vuren tussen leger en rebellen; overwegende dat Olusegun Obasanjo voor zijn missie dringend de steun nodig heeft van de partnermachten van de betrokken landen om een oplossing af te dwingen,

B. considérant la mission menée le dimanche 16 novembre par l'ancien président nigérian Olusegun Obasanjo, émissaire de l'ONU, qui est parvenu à un accord avec le chef rebelle Laurent Nkunda pour la mise en place d'un comité tripartite afin de faire respecter un cessez-le-feu entre l'armée et les rebelles, et le besoin urgent de l'appui des puissances partenaires des États concernés pour assurer une solution,
B. overwegende dat de voormalige Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo als VN-gezant op zondag 16 november met rebellenleider Laurent Nkunda een overeenkomst heeft weten te sluiten over de samenstelling van een tripartiet comité dat moet waken over de naleving van een staakt-het-vuren tussen het leger en de rebellen; overwegende dat Olusegun Obasanjo dringend de steun nodig heeft van de partnermogendheden van de betrokken landen om een oplossing af te dwingen,

Le Nouveau partenariat pour le développement de l'Afrique (abrév. en anglais : NEPAD) est une initiative politique de cinq chefs d'Etat africains : Thabo Mbéki (Afrique du Sud), Abdelaziz Bouteflika (Algérie), Hosni Moubarak (Egypte), Olusegun Obasanjo (Nigéria) et Abdoulaye Wade (Sénégal).
Het Nieuw Partnerschap voor de Ontwikkeling van Afrika (New Partnership for Africa's Development: NEPAD) is een politiek initiatief van vijf Afrikaanse staatshoofden: Thabo Mbeki (Zuid-Afrika), Abdelaziz Bouteflika (Algerije), Hosni Mubarak (Egypte), Olusegun Obasanjo (Nigeria) en Abdoulaye Wade (Senegal).

La révélation du dossier est la preuve que la position du chef de la Sûreté de l'État était devenue intenable.
De bekendmaking van het dossier is het bewijs dat de positie van het hoofd van de staatsveiligheid onhoudbaar was geworden.