16. estime que les préoccupations relatives aux droits de l'homme devraient faire l'objet d'une attention accrue dans la préparation des Jeux olympiques de Pékin; rappelle la nécessité du "respect des principes éthiques fondamentaux universels" et de la promotion d'une société pacifique soucieuse de "préserver la dignité humaine", comme le consacrent les "Principes fondamentaux' 1 et 2 de la Charte olympique;
16. is van mening dat de bezorgdheid met betrekking tot de mensenrechten in het kader van de aanloop naar de Olympische Spelen van Beijing veel meer aandacht moet krijgen; herhaalt dat het nodig is de universele fundamentele ethische beginselen te eerbiedigen en te werken aan de totstandkoming van een vreedzame maatschappij, waarin aandacht wordt besteed aan de bescherming van de menselijke waardigheid, zoals verankerd in de fundamentele beginselen nrs. 1 en 2 van het Olympische handvest;