Si l'Allemagne a étendu les itinéraires individuels de prévention du chômage de longue durée chez les adultes, afin que toutes les personnes qui en ont besoin bénéficient d'une offre avant 12 mois, et si la Belgique a annoncé 2000 initiatives nouvelles rapprochant la politique du marché du travail de l'approche préventive préconisée à la ligne directrice 1, il existe à présent des raisons supplémentaires de douter de la capacité de la Grèce et de l'Italie à atteindre les objectifs communs d'ici la date convenue de 2002, à moins que les efforts consentis ne soient considérablement intensifiés.
Terwijl Duitsland de aanpak van de individuele trajecten ter preventie van langdurige werkloosheid onder volwassenen heeft uitgebreid, om alle werklozen een baan aan te bieden voor zij twaalf maanden werkloos zijn, en België voor 2000 nieuwe initiatieven aankondigde die het arbeidsmarktbeleid dichter bij de in richtsnoer 1 aanbevolen preventieve aanpak brengen, zijn er nu extra redenen het vermogen van Griekenland en Italië om voor de overeengekomen tijdslimiet van 2002 de gemeenschappelijke doelen na te komen in twijfel te trekken, tenzij de inspanningen aanzienlijk worden opgevoerd.