Les six années d'application de la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et à la possibilité de la vente de gré à gré des biens immeubles saisis ont démontré combien la notion de dignité humaine, inscrite à l'article 1675/3 du Code judiciaire, était fondamentale.
Zes jaar toepassing van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, hebben aangetoond hoe fundamenteel het begrip menselijke waardigheid is zoals het bepaald wordt in artikel 1675/3.