La raison, qui a prévalu aussi dans le cas de la convention de Bruxelles de 1968, est que, si le requérant a été débouté, il lui appartient d'interjeter appel dans le délai qu'il juge opportun et qui peut par exemple lui être nécessaire pour rassembler la documentation utile.
Evenals in het Verdrag van Brussel van 1968 is de reden hiervoor dat de verzoeker, indien het verzoek wordt afgewezen, daartegen beroep kan instellen wanneer hij dit wenselijk acht en hij bijvoorbeeld daarvoor de relevante documentatie moet verzamelen.