Les États membres ou les autorités compétentes exigent qu'un établissement de paiement qui fournit un service de paiement et qui, parallèlement, exerce d'autres activités visées à l'article 17, paragraphe 1, point c), protège, de l'une des façons suivantes, l'ensemble des fonds qui ont été reçus soit des utilisateurs de services de paiement, soit par le biais d'un autre prestataire de services de paiement pour l'exécution d'opérations de paiement:
De lidstaten of de bevoegde autoriteiten verlangen dat een betalingsinstelling die een betalingsdienst aanbiedt, voor zover zij tegelijkertijd andere in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde werkzaamheden verricht , de middelen die zij van de betalingsdienstgebruikers of via een andere betalingsdienstaanbieder heeft ontvangen voor de uitvoering van betalingstransacties, op een van de volgende wijzen veiligstelt: