2. Les États membres peuvent accorder aux entreprises visées au paragraphe 1 et qui, à l'expiration du délai de cinq ans, n'ont pas atteint la marge de solvabilité requise, un délai supplémentaire ne pouvant excéder deux ans, à condition que, conformément à l'article 37, elles aient soumis à l'approbation des autorités compétentes les dispositions qu'elles se proposent de prendre pour y parvenir.
2. De lidstaten kunnen aan de in lid 1 bedoelde ondernemingen die na het verstrijken van de termijn van vijf jaar de vereiste solvabiliteitsmarge nog niet volledig hebben bereikt, een aanvullende termijn van ten hoogste twee jaar toestaan, mits deze ondernemingen de maatregelen die zij voornemens zijn te nemen om de marge te bereiken, overeenkomstig artikel 37 ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteiten hebben voorgelegd.