Cette règle stricte est nuancée par les tempéraments repris à l'alinéa 2, lequel reproduit l'article 5 de la loi du 12 mars 1998 créant l'article 28quater, alinéa 1, du Code d'Instruction criminelle relatif à
l'appréciation de l'opportunité des poursuites et au classement sans suite en précisant d'une part que la définition des directives de politique criminelle appartient au seul ministre de la Justice et non au ministre de l'Intérieur et d'autre part, que c'est le ministère public qui juge de l'opportunité de
s poursuites et pas seulement le procureur du Roi ...[+++].Deze strenge regel wordt evenwel genuanceerd door de temperingen vermeld in het tweede lid. In dit tweede lid is artikel 5 van de wet van 12 maart 1998 overgenomen, namelijk artikel 28quater, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat de
appreciatie van de opportuniteit van de vervolging en van de beslissingen van seponering betreft, door enerzijds te stellen dat de omschrijving van de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid enkel maar aan de minister van Justitie toebehoort en niet aan de minister van Binnenlandse Zaken en anderzijds, dat het openbaar ministerie moet oordelen over de opportuniteit van de vervolging en niet e
...[+++]nkel de procureur des Konings.