3.5. Pour éviter les difficultés liées au caractère indivisible ou non du litige, on pourrait adopter une disposition comparable à l'article 1053 du Code judiciaire en vertu de laquelle l'appelant est tenu de diriger son appel contre toutes les parties dont les intérêts sont opposés aux siens, tout en devant mettre à la cause, dans les délais ordinaires de l'appel et au plus tard avant la clôture des débats, les autres parties ayant comparu devant le Conseil.
3.5. Om problemen te vermijden met betrekking tot het al dan niet onsplitsbaar karakter van het geschil, zou een met artikel 1053 van het Gerechtelijk Wetboek vergelijkbare bepaling opgenomen kunnen worden waarbij de eiser in hoger beroep verplicht wordt zijn beroep te richten tegen alle partijen wier belang strijdig is met het zijne, terwijl hij gehouden is de andere partijen die gehouden zijn voor de Raad binnen de gewone termijnen van hoger beroep en ten laatste vóór de sluiting der debatten, in de zaak te betrekken.