Elles portent également sur la différenciation entre deux formes juridiques de sociétés opérant à l'étranger, les filiales étrangères et les succursales étrangères, lesquelles pourraient être considérées comme un obstacle à la liberté d'établissement, étant donné qu'elles limitent la liberté du choix entre les différentes structures juridiques des opérations réalisées à l'étranger.
Ook zijn er bepalingen in opgenomen betreffende een verschil in behandeling van twee rechtsvormen van ondernemingen die in het buitenland opereren, namelijk buitenlandse dochterondernemingen en buitenlandse vestigingen. Dit onderscheid kan worden beschouwd als een belemmering van de vrijheid van vestiging, omdat hierdoor de vrije keuze tussen verschillende juridische structuren voor activiteiten in het buitenland wordt beperkt.