8. est d'avis qu'il est légitime de s'attendre à ce que les actions des person
nes participant aux opérations Frontex soient imputables à l'Agence et, d'une manière plus générale, à l'Union européenne; souligne que les relations juridiques et les responsabilités distinctes mais partagées de Frontex et des États membres ne devraient pas porter préjudice à la sauvegarde des droits fondamentaux et au respect de ces droits lors d'opérations conjointes; rappelle que Frontex n'est pas habilitée à sanctionner des États membres ou leurs agents; estime qu'il convient donc de tenir dûment compte de la question des compétences de Frontex et de ce
...[+++]lles des États membres de l'Union européenne; 8. is van oordeel dat het gerechtvaardigd is te veronderstellen dat acties van degenen die betrokk
en zijn bij Frontex-operaties ook toegeschreven kunnen worden aan
Frontex, en meer in het algemeen aan de EU; benadrukt dat de rechtsbetrekkingen en de onderscheiden, maar wel gedeelde verantwoordelijkheden tussen
Frontex en de lidstaten de bescherming van de fundamentele rechten en de eerbiediging van die rechten in het kader van gez
amenlijke operaties niet mogen ondermijnen; ...[+++] herinnert eraan dat Frontex niet bevoegd is sancties op te leggen aan de lidstaten of aan functionarissen van de lidstaten; is van oordeel dat daarom de nodige aandacht moet worden besteed aan het vraagstuk van de bevoegdheden van Frontex en de bevoegdheden van de EU-lidstaten;