À la lumière des principes de coopération loyale et d’effet utile des directives, les articles 2, 4, 6, 7, 8 de la directive 2008/115/CEE (1) s’opposent-ils à ce qu’un ressortissant d’un pays tiers dont l’État membre en cause considère le séjour comme irrégulier puisse être frappé d’une amende à laquelle se substitue l’assignation à résidence, à titre de sanction pénale, du seul fait de son entrée et de son séjour irrégulier, avant même qu’il y ait eu non-respect d’un ordre d’éloignement pris l’autorité administrative ?
Staan de artikelen 2, 4, 6, 7 en 8 van richtlijn 2008/115/EG (1) er, in het licht van de beginselen van loyale samenwerking en de nuttige werking van de richtlijn, aan in de weg dat een onderdaan van een derde land die illegaal verblijft, door de lidstaat wordt bestraft met een geldstraf die vervolgens wordt omgezet in de strafrechtelijke sanctie van huisarrest, op grond van louter zijn illegale binnenkomst en aanwezigheid, en dit nog vóór de niet-naleving van een verwijderingsbevel van de bestuurlijke autoriteiten?