A défaut de domicile, de résidence en Belgique ou lorsque l'arrondissement judiciaire visé à l'alinéa 1 est celui de Bruxelles, la Cour constitutionnelle saisit le bâtonnier de l'Ordre néerlandophone des avocats du Barreau de Bruxelles, ou le bâtonnier de l'Ordre français des avocats du Barreau de Bruxelles, en fonction de la langue choisie en vertu des articles 62, alinéa 2, 6°, et 63, § 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage.
Indien de woon- of verblijfplaats van de aanvrager zich niet in België bevindt of wanneer het in het eerste lid bedoelde gerechtelijk arrondissement dat van Brussel is, legt het Grondwettelijk Hof de zaak voor aan de stafhouder van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Brusselse Balie of van de Franse Orde van Advocaten bij de Brusselse Balie, naargelang de gewenste taal, overeenkomstig de artikelen 62, tweede lid, 6°, en 63, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.