Dès lors que la Cour de justice a jugé dans l'arrêt précité que l'activité d'un détective privé agissant pour un organisme professionnel de droit public ayant pour mission légale de rechercher des manquements à la déontologie d'une profession réglementée, en l'occurrence celle d'agent immobilier, relève de l'exception prévue à l'article 13, paragraphe 1, sous d), de la directive 95/46/CE et eu égard aux faits de la cause devant le juge a quo, la Cour limite son examen à cette hypothèse.
Nu het Hof van Justitie in het voormelde arrest oordeelt dat de activiteit van een privédetective die voor een publiekrechtelijke beroepsorganisatie met een wettelijke controleopdracht onderzoek verricht naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep, in casu het beroep van vastgoedmakelaar, valt onder de uitzondering van artikel 13, lid 1, onder d), van de richtlijn 95/46/EG, en gelet op de feiten van de zaak voor de verwijzende rechter, beperkt het Hof zijn onderzoek tot die hypothese.