En effet, la Cour de cassation a énoncé (à l'égard de l'Ordre des pharmaciens, concernés par le litige, mais avec valeur de principe pour l'ensemble des ordres professionnels) que les titulaires de professions libérales, quoiqu'exerçant une fonction sociale, sont des entreprises au sens de la loi du 5 août 1991 sur la protection de la concurrence économique et que les ordres professionnels sont des associations d'entreprises au sens de cette même loi.
Het Hof van Cassatie heeft immers gesteld (ten aanzien van de Orde van apothekers die betrokken partij was in het geschil, maar eigenlijk voor alle beroepsorden op grond van de principiële waarde van de uitspraak) dat ofschoon beoefenaars van vrije beroepen een maatschappelijke functie hebben, zij toch ondernemingen zijn in de zin van de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging en dat de beroepsorden ondernemingsverenigingen zijn in de zin van diezelfde wet.