32. estime que, pour le bénéfice des citoyens, de la démocratie et des droits de l'Homme en Europe et dans l'UE, et pour garantir le respect et la sauvegarde des droits de l'Homme, la coopération entre les institutions de l'Union et les organes spécialisés du Conseil de l'Europe devrait être renforcée afin de contribuer à une plus grande cohérence et complémentarité dans la sphère des droits de l'Homme au niveau paneuropéen;
32. is van mening dat de samenwerking tussen de instellingen van de Unie en de gespecialiseerde organen van de Raad van Europa moet worden versterkt in het belang van de burgers, de democratie en de rechten van de mens in Europa en in de EU alsmede voor de eerbiediging en waarborging hiervan, omdat op die manier een bijdrage kan worden geleverd aan het optimaliseren van de coherentie en de complementariteit op het vlak van de mensenrechten op pan-Europees niveau;